Ik was ongeveer 10 jaar oud en ging met mijn vader boodschappen doen in een drukke winkelstaat in onze wijk vol met groenteboeren, slagers, viswinkels en andere kleine winkels. We gingen vlees halen en liepen bij één van de slagers naar binnen. Het was een kleine winkel die vol gepropt was met artikelen (letterlijk tot aan het plafond). Behalve het plafond was verder alles betegeld met scheuren en hier en daar een gat waar een tegel ooit heeft gezeten. De winkel werd met TL-bakken verlicht die niet alleen maar licht gaf maar ook een irritante zoem. Boven de toonbank hing een soort lamp wat fel blauw licht gaf (wat ik wel fascinerend vond omdat ik me afvroeg waarom het licht blauw was). Maar na een tijdje er naar te staren zag ik dat er heel veel vliegjes in zaten. Ik kan me ook herinneren dat het er vettig rook, niet de geur van een snackbar, maar van vet vlees (dezelfde geur die ik rook als mijn moeder vlees aan het bewerken was tijdens het grote feest).
Mijn vader liep er naar binnen net of de zaak van hem was, borst vooruit, een grote glimlach en hij riep iets naar de slager voordat we bij de toonbank aankwamen. De slager moest er hard om lachen en riep iets terug richting mijn vader. Ik keek met grote ogen naar het spektakel wat zij aan het geven waren.
“Wlidi” (zoon) zie je deze (wijzend naar de slager)? Ziet er uit als een gek en gedraagt zich als een gek, maar is de beste slager van de wijk! Als je voortaan vlees moeten halen moet je hier zijn. Wauw, dacht ik, de man naar wie ik het meeste opkeek en zowat alles wist vindt hem de best slager, dus zal het wel waar zijn en ik keek met open mond naar de beste slager van de wijk!
Sinds de ontmoeting met de slager werd ik eens in de zoveel tijd op pad gestuurd door mijn moeder om vlees te halen. Dan liep ik direct naar de beste slager we groeten elkaar en gaf ik door wat ik van mijn moeder moest halen. Meestal wist ik niet eens wat ik aan het halen was, maar de beste slager wist natuurlijk alles en maakt het voor mij klaar. Ik moest altijd aangeven dat hij het op de bon moest opschrijven en dat het later door mijn vader betaald zou worden.
Waar de interieur en de hygiëne mij eerst niet opviel en niet interesseerde, begon dat door de jaren heen toch te veranderen. Ik begon ook sterk te twijfelen aan wat mijn vader toen zei over de beste slager. Op een dag dacht ik, ik vraag het gewoon: “Pa, waarom is onze slager de beste slager?”
“Nou gewoon” antwoordde hij “ik ken hem al heel lang en komt uit dezelfde streek als ik. Daar komen hele goede slagers vandaan”.
Al die tijd dat ik dacht dat het de beste slager was omdat hij misschien aan wedstrijden had meegedaan en heel veel prijzen had gewonnen (en alle keren dat ik voor onze slager op kwam tegen mijn vrienden die hun vlees ergens anders haalde en volgens hun vader de beste slager was) kom ik er achter dat hij simpelweg gewoon uit dezelfde streek kwam als mijn vader.
Nadat ik het huis uitging, was het tijd om mijn eigen slager te zoeken. Ik kon niet kiezen omdat we uit het zelfde streek komen want voor mij is mijn wijk mijn streek. Maar ik liep rond en keek goed hoe de winkels er uitzagen. Nadat ik een winkel met schone, nette schappen zag, liep ik naar binnen. De verkoper achter de toonbank was erg klantvriendelijk. Ik deed daar mijn boodschappen en ging naar huis. Na alles getest te hebben heb ik besloten dit is mijn slager!
Mijn broer (die in een andere stad woont) belde mij op een dag op dat hij in de buurt was en vroeg mij waar hij het beste vlees kon halen. Ik gaf hem het adres van mijn slager en zei dat die de beste is . “Hoezo dan?” vroeg mijn broer en ik zei niet omdat ik ze kende of uit het zelfde gebied kwam maar omdat het er schoon, netjes en opgeruimd is. En wie zo met zijn winkel omgaat, gaat ook zo om met de verse producten die ze verkopen. En ze zijn ook nog eens zeer klant vriendelijk.
Kortom;
Waar de eerste generatie boodschappen deed bij degene die uit hetzelfde dorp of streek kwam (en voor wie het niet uit maakt hoe zijn winkel eruit zag) is onze generatie een stuk kieskeuriger. Wij zijn opgegroeid met de grote winkelketens en de door hen uitgedachte formules, de mooie en intieme winkels in het centrum van de stad waar je ook nog als koning wordt behandeld.
Als je de eerste generatie vraagt wat belangrijker is, de prijs of hygiëne, dan zouden ze waarschijnlijk zeggen: “Van een beetje bacteriën ga je niet dood, sterker nog het is goed voor je”. De generatie van nu zou het niet erg vinden om iets meer te betalen als de winkel maar schoon en netjes is (want het oog wil ook wat en het reflecteert u als verkoper) en daarnaast wil men goed behandeld worden. Het is een feit dat wanneer een werknemer in een nette opgeruimde werkomgeving werkt productiever en positiever werkt en vooral meer geniet van zijn werk. Dit reflecteert weer op de omgang met klant waardoor de klant zich prettig voelt en zal terugkomen.
Wat kost het en wat levert het op?
Aan één van mijn klanten vroeg ik na 3 maanden na de verbouwing van zijn winkel of hij al meer omzet genereert. Hij gaf aan dat zijn omzet van zijn drukste dag voor de verbouwing nu de omzet is van zijn slechte dag na de verbouwing. Dus kortom een nieuw fris interieur zal zich dubbel en dwars terugverdienen.